vrijdag 19 oktober 2012

Sprong in het diepe (deel 5)


Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-1.html
Zie ook deel 2: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-2.html
Zie ook deel 3: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-3.html
Zie ook deel 4: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-4.html


Met een grimmige blik op zijn gezicht houdt Herman de bijl vast. Tergend langzaam haalt hij zijn wijsvinger over het snijvlak, houdt zijn hand omhoog en kijkt met een onbewogen blik naar de snee in zijn vinger. Een straaltje bloed sijpelt via zijn handpalm op de grond. Marieke slikt en kijkt weg.
‘Deze bijl,’ zegt Herman. Verwachtingsvol kijkt Bas hem aan en hij knikt alsof hij hem wil aanmoedigen, maar Herman zegt niets meer. Een doodse stilte volgt. Minutenlang.
‘Vertel ik niet. Niet nu. Heb honger. Eten.’

Bas reageert vliegensvlug. Hij ziet een kans. ‘Mag ik mijn rugzak pakken? Ik heb eten in mijn rugzak.’ Herman knikt. Bas weet dat ze het fruit en brood overdag al hebben opgegeten, maar zoals altijd heeft hij ook dit keer een paar zakjes gevriesdroogd voedsel in zijn rugzak gestopt. Je weet maar nooit, voor het geval dat. Misschien is dit zijn kans om het zakmes tevoorschijn te halen. Hij pakt zijn rugzak en maakt voorzichtig de klep open. ‘Stop’. Herman steekt zijn hand uit. Bas slaakt een zucht en brengt de rugzak naar de andere kant van het vuur. Met een plof komt de rugzak voor de voeten van Herman terecht. Graaiend met beide handen haalt hij alles één voor één tevoorschijn. Waterflesjes, zakmes, voorhoofdlamp, kompas, EHBO-tasje en tenslotte een brander en vier zakjes gevriesdroogde maaltijden.
‘Geen eten,’ bromt hij.
Bas ziet in dat het geen nut heeft om uit te leggen dat er in de zakjes wèl voedsel zit en knijpt zijn lippen stijf op elkaar.

‘Ik heb eten. Dit,’ zegt Herman terwijl hij een zak hondenbrokken tevoorschijn haalt.
‘Hondenvoer?’ roept Marieke vol afschuw. ‘Hij eet het ook.’ Herman knikt naar de hond, gooit een paar brokken en kijkt toe hoe ze naar binnen worden geschrokt.
Misschien kan ik Herman beter op een zachtaardige manier benaderen, denkt Marieke.
Ze loopt naar de hond en streelt hem zacht over zijn vacht, de klitten en stank negerend. ‘Hoe heet hij?’ ‘Hector,’ bromt Herman. ‘Laat hem eten.’
Berustend steekt Marieke een hondenbrok in haar mond en ook Bas steekt vragend zijn hand uit. Een tijd lang is in de steenfabriek alleen het geluid te horen van vier paar kaken die de brokken vermalen.

Herman slaat voldaan met beide handen op zijn buik. ‘Wat ga je met ons doen?’ vraag Bas voorzichtig. ‘Weet niet. Moet nadenken. Eerst slapen.’ Herman haalt een deken tevoorschijn, gaat op de harde vloer liggen en trekt de grauwe deken over zich heen.
‘Ik kan niet slapen als ik het koud heb. Het lijkt mij een goed plan als Bas en ik om de beurt wakker blijven en af en toe hout op het vuur gooien.’
Herman gooit de deken naar Marieke en gaat weer liggen, zonder iets te zeggen.
Stilzwijgend besluiten Marieke en Bas om beurtelings de wacht te houden. Bas knikt naar Marieke en ze pakt de deken voorzichtig tussen haar vingertoppen. Met opgetrokken neus krult ze zich op en kruipt eronder. Bas staart in het vuur.

Marieke schiet wakker, De deken is van haar afgegleden en ze rilt. Bas zit met zijn rug tegen de muur te snurken, zijn kin op zijn borst gezakt. Hij heeft het vuur bijna laten uitgaan. Bibberend van de kou en stijf van het liggen op de harde vloer staat Marieke op en gooit een houtblok op het vuur. Het vat vrijwel meteen vlam en algauw schieten de vlammen op. Marieke kijkt met afkeer naar Herman. Ze loopt voorzichtig naar Bas en duwt tegen zijn schouder. ‘Bas, we moeten een plan bedenken.’
Er klinkt een knorrend geluid en met een ruk komt Herman overeind. Marieke gaat met een stalen gezicht bij het vuur zitten en doet alsof er niets aan de hand is.





1 opmerking: