maandag 29 oktober 2012

The Big Five


Annie sjokt door de vertrekhal, de bloedrode koffer achter zich aan slepend. Haar man Piet staat al met zijn kleine blauwe koffertje bij de incheckbalie.
‘Piet. Piet.’ De stem van Annie schalt door de overvolle hal. ‘We mogen nog niet indekken. In de papieren van Josser staat dat we eerst met de hele groep bij elkaar moeten komen. Wacht nou even, dan pak ik de papieren uit mijn handtas. Als het goed is staat onze reisleider hier ergens te wachten.’
‘Djoser heet de reisorganisatie en we moeten inchecken, niet indekken. Spreek het nou eindelijk eens goed uit,’ verzucht Piet. Hij heeft er al lang spijt van dat hij op de vakantiebeurs de prijsvraag bij de Djoser stand heeft ingevuld. Nu zit hij vast aan een gewonnen vakantie, een groepsreis naar Zuid-Afrika nog wel. Het liefst was hij gewoon thuis gebleven en had hij Annie alleen op reis gestuurd, maar dat durfde ze natuurlijk niet. Ze zei dat ze bang is om met vreemden opgescheept te zitten. In de supermarkt en op straat merkt hij daar meestal weinig van. Ze kletst jan en alleman de oren van het hoofd.

Ze zijn beiden nog nooit in het buitenland geweest, op hun huwelijksreis naar Cochem na, maar die telt hij niet mee. In een vliegtuig stappen is niets voor hem, dat heeft hij al minstens honderd keer geroepen. Ze gaan elk jaar alleen maar naar de vakantiebeurs om folders en gratis hapjes te verzamelen. Gewoon een dagje uit, meer niet. Deze verre reis was niet de bedoeling, maar Annie wilde kost wat kost mee vooral omdat de reis voor hen helemaal gratis is. Urenlang heeft ze zich, gebogen over tientallen reisboeken, voorbereid. Ze kent The Big Five -of zoals zij het zegt De Big Vijf- al maanden uit haar hoofd. ‘We gaan ook op safari door het Kreugerpark en dan zien we zeker De Big Vijf,’ heeft ze ettelijke malen geroepen. ‘Olifant, neushoorn, leeuw, luipaard en buffel,’ dreunde ze keer op keer op. In het wild zo’n groot beest tegenkomen hoeft voor hem helemaal niet. Zelfs in Artis kijkt hij het liefst naar vogels.

Een mager mannetje met baard zwaait naar hen, in zijn hand een bordje met het Djoser logo geklemd. Zou dat scharminkel hun reisleider zijn? Hij ziet eruit als een berooide kunstenaar op sandalen. Annie stevent af op de reisleider en gebaart naar Piet om haar te volgen. Marnix. Piet tuurt bedenkelijk naar het minuscule naambordje op de slobbertrui en geeft hem een hand. Het slappe handje verdwijnt in zijn kolenschop. Zo. Dus dit iele mannetje moet hen gaan rondleiden tussen de wilde beesten in Zuid-Afrika?
Annie loopt druk handenschuddend rond. Zo te zien heeft ze hun medereizigers ontdekt. Hij bespeurt weinig schroom in haar optreden; ze kwebbelt er vrolijk op los en trekt hem aan zijn jas om dichterbij te komen.
Wat een gezelschap. Moet hij hiermee op reis? Een gesoigneerd echtpaar op leeftijd, drie vrijgezelle heren en een vrijgezelle ouwe taart, twee -zo te zien net gescheiden- vriendinnen van midden 40 en drie boerse broers met hun zus. Die drie broers zijn de enigen waar hij nog enigszins verwantschap mee voelt, de rest is een stelletje omhooggevallen ego’s.

Terwijl Annie het hoogste woord voert, houdt Piet zich een beetje afzijdig. De bebaarde reisleider geeft uitleg over het inchecken en deelt de tickets uit. Annie stopt alles in haar handtas, die ze stevig onder haar arm vastklemt. Ze heeft gelezen dat overal zakkenrollers op de loer liggen, dat laat ze niet gebeuren. Het geld heeft ze thuis zorgvuldig verspreid over haar bagage. Hij hoopt maar dat ze alles straks weer terug kan vinden. De meute wordt door de reisleider richting de incheckbalie gedreven.
Piet maakt zich voorzichtig los uit de groep. Annie kletst met de vrijgezelle taart over de Big Five en heeft niets in de gaten.
‘De eerste buffel en olifant heb ik al gespot,’ zegt Piet. ‘Ik zie die andere beesten wel op TV.’ Hij draait zich om en sluipt weg. Heerlijk. Alleen thuis. Veertien dagen op stiltesafari.






zaterdag 27 oktober 2012

Wereld

steeds kleiner
om mij heen
vervormde geluiden
knisperende herfstbladeren
klonk toch anders vandaag
vervagend
naar morgen








Eindeloze weg


het pad vervloekt en platgetreden totdat
bleek dat omdraaien niet meer kon
op schreden teruggekeerd naar later
verwachting verlaten zonder dwang

ogen om in thuis te komen nooit
eerder was ik hier en toch
zonder vraag gaf jij antwoord
geruisloos dicht bij mij

later is nu het lijkt alsof
wij eindeloos samen lopen
in een open wolkenveld zonder weten
uitgestippelde paden bestaan



woensdag 24 oktober 2012

Nu


Ze ging op pad.
Gewapend met zachtheid en waterproof mascara.
De mistflarden werden verdreven door haar stralende aanwezigheid.
Nu. Zei ze.
Ze geloofde niet in afscheid nemen.
Dit is het begin van het heden.
Ze gooide wat uit haar rugzak om ruimte te maken voor nu.
Het middelpunt van de dag.
Nu ben ik er, zei ze.

Niemand geloofde haar.
Ze dachten allemaal aan gisteren of morgen.
Verbaasd doolde ze nogmaals door haar gedachten.
Achter elke deur vond ze hetzelfde woord.
Ze liet zich niet afleiden.
Nu en niet anders.
Morgen bestaat nog niet.
De blikken vol ongeloof schoten langs haar heen en mistten hun doel.
Nu ben ik er, zei ze.

Ze stopte haar mooie gedachten in een doosje.
120 woorden.
Voor nu.


Verslaving



Ik geef het eerlijk toe. Ik ben verslaafd.
Zo af en toe ontstaat de onbedwingbare behoefte.
Ik kan er niet meer omheen. Ik kan niet zonder.

Vandaag heb ik weer zo’n dag. Een lieve-briefjes-dag.
Overal waar ik kom, verstop ik lieve briefjes voor mijn lief.
Eén tussen een stapel t-shirts en één in de rommelige sokkenla.
In het boek wat hij op dit moment leest en één tussen de stapel boeken op de kast.
Ik moet klaar zijn met verstoppen voor hij het in de gaten krijgt.
Snel verstop ik er nog één onder zijn kussen en in de zak van een winterjas.
Het gniffelend wachten op ontdekking is het allerleukst.
Ontkennen heeft geen zin meer. Lieve-briefjes-dag hoort bij mij.







 

maandag 22 oktober 2012

Dromend wakker

Mijmerend
daal ik af
in diepe krochten
Sijpelend
uit mijn vingers
een nieuw verhaal
Drijvend
dwaal ik verder
kom tot leven
Dromend wakker



Reflecteren en Projecteren

Kijkend in de spiegel
Kijk ik terug
Zie mezelf in duizend variaties

Reflecteren en Projecteren
Ik weet het verschil
Jij ook?


zondag 21 oktober 2012

Samengeklonterd geluk

Een stapel kleren op de stoel in de slaapkamer. Achteloos neergegooid door jou en mij. Twee paar schoenen in de hoek. Sokken gedrapeerd over de lamp.
Een boormachine vergeten na de klus. De gordijnrail hangt nog steeds niet vast.
Blocnote met onleesbare krabbels, geschreven in het donker. Liefdesbriefjes in een doosje. Een stapel boeken onder het stof. Verdwaalde snippers dwarrelen neer.
Ik zucht. Ik klaag. Ik schep orde in de door onszelf veroorzaakte chaos.
Paperclips in de ene broekzak, een afgekloven pen in de andere. Een vlek ontdekt op de mouw van een bloes.
Zand verzameld in de zoom van mijn fijnste broek. Brengt me terug.
Naar het water, de zon en het strand. Herinneringen als los zand.
Samengeklonterd geluk.


zaterdag 20 oktober 2012

Het verhaal van dit moment...

De laatste tijd schreef ik een aantal fictieve verhalen
(o.a. Opgesloten, Vergane glorie, Briefgeheim, Herfstwandeling).

Deze week kwam er een nieuw verhaal bij: Sprong in het diepe (deel 1 t/m 7).
De gebeurtenissen in Sprong in het diepe zijn gedeeltelijk gebaseerd op historische feiten en een bestaande omgeving, die ik heb verwerkt in het verhaal.
Het is een mix van feiten en fictie (zie ook 'achtergrondinformatie en bronvermelding').

Het wordt weer tijd voor een nieuw verhaal. Ik wacht op inspiratie. Wachten jullie op mij?



Achtergrondinformatie en bronvermelding 'Sprong in het diepe'

De gebeurtenissen in Sprong in het diepe zijn gedeeltelijk gebaseerd op historische feiten en een bestaande omgeving, die ik heb verwerkt in dit verhaal. De rest is ontstaan in mijn fantasie. Bas, Marieke en Herman zijn gefingeerde personages.

Het verhaal is een mix van feiten en fictie.
De volgende feiten zijn verwerkt in Sprong in het diepe:

·       Het Pieterpad: Etappe 16 start in Braamt en eindigt in Millingen aan de Rijn. Etappe 17 start in Millingen aan de Rijn en eindigt in Groesbeek. Zie: http://www.pieterpad.nl/.
·       De veerdienst tussen Pannerden en Millingen aan de Rijn vaart dagelijks heen en weer over de Rijn.
·       De scheepswerf (Bodewes) in Millingen aan de Rijn bestaat sinds 1837 en is nog steeds in gebruik.
·       De Millingerwaard is een bestaand natuurgebied,  midden in dit natuurgebied ligt de Millinger Theetuin. Ooit stonden er vanaf Nijmegen tot Millingen aan de Rijn diverse steenfabrieken, daarvan is momenteel nog maar één in werking zijnde steenfabriek over. Het restant van de oude steenfabriek in de Millingerwaard is nog steeds te vinden.
·       Op 2 november 1966 heeft Wendel Olde Olthof-Kersten, wonende aan de Prinses Irenestraat in Millingen aan de Rijn, haar 5 kinderen Clara (7), Lucia (5), de tweeling Thomas en Johannes (bijna 4) en Theresia (2) met bijlslagen om het leven gebracht. Het heeft zich afgespeeld omstreeks halfzeven in de ochtend, als de kinderen nog liggen te slapen. Naar verluidt leed Wendel aan waandenkbeelden en was zij al jaren onder behandeling van een psychiater. Zij zou bang zijn geweest om weer terug naar Zuid-Afrika te gaan (waar zij eerder met haar man woonde) en zou daarom tot deze daad zijn gekomen. De moeder kwam na de moord terecht in een psychiatrische inrichting en heeft later zelfmoord gepleegd. Een reportage met daarin het interview met de inmiddels 80-jarige vader van de kinderen (Johan Olde Olthof, wonend in Zuid-Afrika, waar hij een schoenfabriek runt) is in 2010 gepubliceerd in diverse regionale dagbladen en het Millings Jaarboek.

Bronvermelding:

  • De tragedie van Millingen (1966) - Jan Bouwhuis - Millings Jaarboek 2010 - Pagina 33 t/m 39.


Sprong in het diepe (deel 7 - slot)

Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-1.html
Zie ook deel 2: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-2.html
Zie ook deel 3: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-3.html
Zie ook deel 4: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-4.html

Zie ook deel 5: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-5.html
Zie ook deel 6: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-6.html


Kermend valt hij op zijn knieën. Hij huilt met lange uithalen en met een pijnlijk vertrokken gezicht, terwijl grote tranen over zijn wangen biggelen. Bas en Marieke kijken sprakeloos toe. Dit is een heel andere Herman dan ze hiervoor hebben gezien. Hij houdt Hector stevig vast, alsof hij hem nooit meer wil laten gaan. ‘Hector. Mijn vriend. Mijn enige vriend. Wat heb ik gedaan?’ Herman pakt de bijl vast en smijt hem met een flinke zwaai weg.
‘Rotbijl. Jij verpest altijd alles.’
Marieke knielt neer bij Herman en slaat troostend een arm om zijn schouders. ‘Kom, we nemen Hector mee naar de steenfabriek. We gaan samen even opwarmen bij het vuur.’

Herman laat zich willoos meevoeren door Marieke. Bas loopt er voorzichtig achteraan met Hector in zijn armen. Het lijkt of de weg terug naar de steenfabriek tien keer zo lang is geworden. Bas legt Hector neer, pakt de deken en slaat die voorzichtig om hem heen.
Herman staart wezenloos voor zich uit. Snot en tranen druppelen van zijn verweerde gezicht. Na nog een paar diepe snikken snuit hij zijn neus in de punt van zijn bloes.

Marieke en Bas kijken stilzwijgend naar de grote man, gebroken door zijn verdriet. Na een korte aarzeling begint Herman te vertellen. Tijdens zijn verhaal verbeteren zijn uitspraak en zinsbouw, de woorden rollen steeds sneller uit zijn mond. Zijn zwijgzaamheid is verbroken.

‘Het begon op 2 november 1966. Ik was 9 jaar. Woonde samen met mijn vader en moeder in het dorp. Op die dag stond het dorp op zijn kop. Iedereen had het erover. Een vrouw had haar 5 kinderen in hun slaap vermoord met een bijl. Ik kende de kinderen, ze woonden een paar straten verderop. Niemand begreep het, want het was altijd zo’n vriendelijke vrouw. Iedereen was van slag, ik ook. Ik weet nog dat ik de nacht erna amper heb geslapen.’

Herman pauzeert en legt zijn hand op de kop van Hector. Met een afwezige blik streelt hij hem over zijn neus. Hij kijkt, knippert een paar keer met zijn ogen en vertelt verder.

‘De volgende dag kwam mijn vader uit de schuur. Hij was boos op mij. Ik weet niet meer waarom. Hij had een bijl in zijn hand en kwam mij achterna. Ik was hem te snel af, liet hem struikelen en pakte de bijl van hem af. Ik rende en rende. Mijn moeder stond vreselijk te gillen, maar mijn vader hield haar stevig vast en zei tegen haar dat ik moest gaan.
Ik was helemaal in paniek, rende naar de dijk en sprong in de Rijn met de bijl nog in mijn hand. Gelukkig kon ik goed zwemmen. Na een stuk onder water te hebben gezwommen, ben ik weer boven gekomen en aan wal gegaan. Ik heb me verstopt in een loods van de scheepswerf. Daar heb ik die nacht geslapen. Heel vroeg in de ochtend ben ik daar vertrokken, omdat ik niet ontdekt wilde worden door de mannen van de scheepswerf.
Ik liep verder tot in de Millingerwaard, daar was ik al zo vaak geweest, dat was bekend terrein voor mij. Mijn opa had vroeger bij de steenfabriek gewerkt. Uren had hij mij daarover verteld, zo trots als hij was dat hij tot het steenovenvolk had behoord. Opa nam me ook vaak mee naar de oude steenfabriek. Onderweg er naar toe vertelde hij me alles wat hij wist over de natuur. Over de bomen langs de rivier, de ooibossen met zwarte populieren en schietwilgen die groeien in de verlaten kleiputten en de brandnetelvlaktes met gele lissen en watermunt.’

Herman pauzeert met een naar binnen gekeerde, weemoedige blik op zijn gezicht. Bas en Marieke kijken naar Herman die opgesloten lijkt te zitten in zijn breekbare stilte. Hij slikt een paar keer en vervolgt zijn verhaal.

‘Gedurende een paar dagen waren een paar mannen met honden in dit gebied. Ik denk dat ze mij zochten. Elke dag vond ik een andere schuilplek, totdat ze niet meer kwamen. Daarna heb ik eigenlijk altijd in de steenfabriek gewoond. De verhalen van mijn opa kwamen goed van pas. Ik wist welke planten ik wel en niet kon eten. Dieren doden kon ik in het begin niet, maar ik moest wel. Ik begon met kleine beesten. Toen de Galloways in de Millingerwaard kwamen, heb ik na lang aarzelen ook de stap gewaagd om die te doden. Heel af en toe, zodat het niet op zou vallen. Dan had ik weer een hele tijd te eten. Het werd steeds drukker met toeristen, vooral toen de Millinger Theetuin populair werd. ’s Avonds ging ik er naar toe, om de achtergebleven etensresten op te eten. Heel af en toe bleven fietstoeristen overnachten in het gebied. Als ze ’s nachts in hun tent lagen en er kleding buiten hing te drogen, pakte ik die altijd snel weg. Zo ben ik ook aan een paar boeken gekomen. Lezen deed ik altijd graag. Nu zijn er bijna alleen nog maar losse bladzijden over. De steenfabriek is gelukkig niet zo interessant, dus dat bleef een goede plek voor mij. Twee keer ben ik gezien door toeristen, maar ze hadden gelukkig niet in de gaten dat ik hier woon.’

Marieke kan zich geen dag voorstellen zonder een douche en een telefoon. Ze luistert ademloos toe. Af en toe pakt ze de hand van Bas en knijpt er even in. Dit is allemaal echt gebeurd. Dit gebeurt nu echt. Bas en Marieke durven het verhaal van Herman niet te onderbreken. Hij heeft zo lang gezwegen dat hij niet meer te stuiten is.

‘Een paar jaar geleden kwam er zo maar een hond aanlopen. Hector noemde ik hem, naar de schrijver van het boek ‘Alleen op de wereld’. Omdat ik dat ook was. Alleen op de wereld. Totdat hij kwam. Een paar keer ben ik naar het industrieterrein gegaan. Ik had een opslagplaats van hondenbrokken ontdekt. Die waren voor hem en soms voor mij. Nu is hij dood. Mijn vriend.’

Herman slikt een paar keer en zucht.

‘Ik heb er een paar keer aan gedacht om terug te gaan naar het dorp, maar ik durfde niet. Het leven alleen beviel steeds beter en ik had geen behoefte aan mensen om mij heen. Mensen zijn onberekenbaar. Dat is een feit. Soms doet iemand iets volslagen onverwachts en besef je opeens dat je hem helemaal niet kent.’

De zacht uitgesproken woorden hebben een verlammend effect op Marieke. Ze blijft doodstil zitten. Ze stelt geen vragen. Ze zegt helemaal niets. Bas doorbreekt na een paar minuten de stilte. ‘Waarom viel je ons aan?’

‘Jullie kwamen te dichtbij. Ik zag jullie oplettende blik toen jullie het karkas vonden. Ik werd bang. Als ik bang ben doe ik domme dingen. Mijn stilte en eenzaamheid was de laatste weken steeds meer een last geworden. Misschien wilde ik wel ontdekt worden, ik weet het niet.’

Bas herinnert zich een artikel in de krant, enkele jaren geleden, waarin de bijlmoord werd beschreven. Hij probeert in gedachten de feiten weer terug te halen, maar kan zich niet veel meer herinneren. ‘In 1966 was je 9 jaar, je bent nu dus 55 jaar. Waarschijnlijk leven je ouders niet meer. Waarom ga je nu niet terug naar het dorp?’
‘Dat kan en wil ik niet meer. Daar liggen te veel herinneringen. Er zullen altijd mensen zijn die mij herkennen.’

Marieke vraag voorzichtig: ‘Wil je ons wel laten gaan? Wij zullen niemand over jou vertellen. Echt niet.’
Herman kijkt haar bedenkelijk aan en zwijgt.
‘Wacht. Ik heb een nog beter plan,’ roept Marieke ineens uit. ‘Je gaat met ons mee en wij laten je ergens achter, waar je maar wilt. Ergens waar niemand je kent. Ga met ons mee naar Groningen. Niemand kent je daar. Je vindt daar vast wel weer een plek om opnieuw te starten, dicht bij de natuur.’

‘Ik zal nooit weten wat mijn vader van plan was met die bijl en nu is het te laat om het hem nog te vragen,’ zegt Herman bedrukt. ‘Hier wil ik ook niet meer blijven. Niet zonder Hector.’ Aarzelend streelt hij de vacht van zijn trouwe hond.
Bas kijkt hem doordringend aan. ‘Neem de tijd om afscheid te nemen. Kies een mooie plaats om hem te begraven. Dat moet je alleen doen, zonder ons. Laat ons gaan. Denk na over het plan van Marieke. Ik beloof je dat wij terug zullen komen om jou op te halen.
We vinden samen echt wel een plek waar jij wilt wonen en als het nodig is, zijn wij in de buurt om jou te helpen.’

Twijfel, angst en verdriet is af te lezen van het gegroefde gezicht van Herman.
Besluiteloos schuifelt hij met zijn voeten over de grond. Dan verschijnt er een strijdvaardige blik in zijn ogen.
‘Goed. Ik waag opnieuw de sprong in het diepe.’
 




Zie achtergrondinformatie en bronvermelding: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/achtergrondinformatie-en-bronvermelding_20.html





Sprong in het diepe (deel 6)

Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-1.html
Zie ook deel 2: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-2.html
Zie ook deel 3: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-3.html
Zie ook deel 4: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-4.html

Zie ook deel 5: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-5.html

 

De nacht op de koude grond duurt lang. Af en toe dommelen Bas en Marieke in slaap om vervolgens met een schok weer wakker te schikken van het gesnurk van Herman of een geluid buiten.
De volgende ochtend zijn ze beide geradbraakt. Marieke rolt zich kreunend op haar zij om overeind te kunnen komen, terwijl Bas de spieren in zijn benen masseert.
Herman was blijkbaar al eerder wakker, want hij komt fluitend binnen met een duif in elke hand. ‘Voor straks,’ zegt hij trots. Aarzelend vraagt Bas of hij naar buiten mag. ‘Even plassen.’ Herman kijkt hem onderzoekend aan. ‘Goed. Zij blijft hier.’
Paniek vlamt op in de ogen van Marieke, maar Bas geeft haar een knipoog net voor hij zich omdraait en naar buiten gaat.

Bas kijkt om zich heen en rent haastig de hoek om. Hij wil zo snel mogelijk het gebouw en de omgeving verkennen. Direct achter de steenfabriek stuit hij op een houten schuur.
Bas gluurt door de spleet tussen twee planken in naar binnen. Ziet hij dat nou goed? Gejaagd gaat hij op zoek naar een deur of luik om naar binnen te kunnen gaan. Aan de zijkant vindt hij een dubbele deur, hij trekt aan de grendel net zolang tot hij losschiet. Nerveus glipt hij naar binnen en sluit de deur achter zich. Een oude pick-up, overdekt met een dikke laag stof, staat op hem te wachten. Hij wrijft met zijn hand het zijraampje schoon. Een sleutel. Er steekt een sleutel in het contact. Dat kan toch niet waar zijn? Ze zijn gered. 

Herman hakt met zijn bijl de kop van de duif eraf. Plotseling kijkt hij op. Hij draait zijn hoofd weg, luistert met ingehouden adem en holt naar buiten, onderwijl vervaarlijk zwaaiend met zijn bijl. Marieke vlucht achter hem aan. Ze ziet dat Herman richting het water loopt en kiest koortsachtig de tegenovergestelde richting. Al rennend hoort ze de klotsende passen van Herman in het water, maar ze kijkt recht voor zich om niet te struikelen. Buiten adem verschuilt ze zichzelf in het struikgewas om uit te rusten.

Bruine bulten in een groen veld. Galloway runderen, dicht op elkaar tegen de wind, hun lange, ruige vacht waait uit elkaar. Wilde dieren die hier vrij rondlopen en aan niemand lijken toe te behoren. Een mooi plaatje in een ruwe omgeving.
Haar hart begint weer als een razende te kloppen als ze om zich heen kijkt. Het is net alsof de bomen opeens dichterbij staan, alsof ze achter haar rug stiekem richting het open veld zijn opgerukt.
Ze hoort een zacht knappend geluid van takken die breken en het klinkt vlak achter haar. Haar adem stroomt haar longen binnen als een koude wind. Ze weet dat hier nog iemand is. Ze draait zich vliegensvlug om en ziet Bas kruipend dichterbij komen.
‘Marieke. Ik ben het. Schuur met pick-up. Weg van hier. Hij heeft ons gehoord.’ Struikelend over zijn woorden pakt Bas haar hand.

Te laat. Achter de rug van Bas doemt de enorme gestalte van Herman op. Zijn bijl zwiept van links naar rechts. Een angstaanjagende blik in zijn bolle ogen. Hector rent met ontblote tanden naast hem. Een waanzinnig jankend geluid snerpt tussen de bomen door.
Marieke staart en slaat haar hand voor haar mond. Met spastische, robotachtige stappen loopt ze achteruit. Ze is lijkbleek en blijft achteruit lopen. Ze wijst naar de grond. ‘Dood,’ prevelt ze. Dan pas beseft Bas wat er is gebeurd.

Wordt vervolgd...
Zie deel 7: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-7.html




vrijdag 19 oktober 2012

Sprong in het diepe (deel 5)


Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-1.html
Zie ook deel 2: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-2.html
Zie ook deel 3: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-3.html
Zie ook deel 4: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-4.html


Met een grimmige blik op zijn gezicht houdt Herman de bijl vast. Tergend langzaam haalt hij zijn wijsvinger over het snijvlak, houdt zijn hand omhoog en kijkt met een onbewogen blik naar de snee in zijn vinger. Een straaltje bloed sijpelt via zijn handpalm op de grond. Marieke slikt en kijkt weg.
‘Deze bijl,’ zegt Herman. Verwachtingsvol kijkt Bas hem aan en hij knikt alsof hij hem wil aanmoedigen, maar Herman zegt niets meer. Een doodse stilte volgt. Minutenlang.
‘Vertel ik niet. Niet nu. Heb honger. Eten.’

Bas reageert vliegensvlug. Hij ziet een kans. ‘Mag ik mijn rugzak pakken? Ik heb eten in mijn rugzak.’ Herman knikt. Bas weet dat ze het fruit en brood overdag al hebben opgegeten, maar zoals altijd heeft hij ook dit keer een paar zakjes gevriesdroogd voedsel in zijn rugzak gestopt. Je weet maar nooit, voor het geval dat. Misschien is dit zijn kans om het zakmes tevoorschijn te halen. Hij pakt zijn rugzak en maakt voorzichtig de klep open. ‘Stop’. Herman steekt zijn hand uit. Bas slaakt een zucht en brengt de rugzak naar de andere kant van het vuur. Met een plof komt de rugzak voor de voeten van Herman terecht. Graaiend met beide handen haalt hij alles één voor één tevoorschijn. Waterflesjes, zakmes, voorhoofdlamp, kompas, EHBO-tasje en tenslotte een brander en vier zakjes gevriesdroogde maaltijden.
‘Geen eten,’ bromt hij.
Bas ziet in dat het geen nut heeft om uit te leggen dat er in de zakjes wèl voedsel zit en knijpt zijn lippen stijf op elkaar.

‘Ik heb eten. Dit,’ zegt Herman terwijl hij een zak hondenbrokken tevoorschijn haalt.
‘Hondenvoer?’ roept Marieke vol afschuw. ‘Hij eet het ook.’ Herman knikt naar de hond, gooit een paar brokken en kijkt toe hoe ze naar binnen worden geschrokt.
Misschien kan ik Herman beter op een zachtaardige manier benaderen, denkt Marieke.
Ze loopt naar de hond en streelt hem zacht over zijn vacht, de klitten en stank negerend. ‘Hoe heet hij?’ ‘Hector,’ bromt Herman. ‘Laat hem eten.’
Berustend steekt Marieke een hondenbrok in haar mond en ook Bas steekt vragend zijn hand uit. Een tijd lang is in de steenfabriek alleen het geluid te horen van vier paar kaken die de brokken vermalen.

Herman slaat voldaan met beide handen op zijn buik. ‘Wat ga je met ons doen?’ vraag Bas voorzichtig. ‘Weet niet. Moet nadenken. Eerst slapen.’ Herman haalt een deken tevoorschijn, gaat op de harde vloer liggen en trekt de grauwe deken over zich heen.
‘Ik kan niet slapen als ik het koud heb. Het lijkt mij een goed plan als Bas en ik om de beurt wakker blijven en af en toe hout op het vuur gooien.’
Herman gooit de deken naar Marieke en gaat weer liggen, zonder iets te zeggen.
Stilzwijgend besluiten Marieke en Bas om beurtelings de wacht te houden. Bas knikt naar Marieke en ze pakt de deken voorzichtig tussen haar vingertoppen. Met opgetrokken neus krult ze zich op en kruipt eronder. Bas staart in het vuur.

Marieke schiet wakker, De deken is van haar afgegleden en ze rilt. Bas zit met zijn rug tegen de muur te snurken, zijn kin op zijn borst gezakt. Hij heeft het vuur bijna laten uitgaan. Bibberend van de kou en stijf van het liggen op de harde vloer staat Marieke op en gooit een houtblok op het vuur. Het vat vrijwel meteen vlam en algauw schieten de vlammen op. Marieke kijkt met afkeer naar Herman. Ze loopt voorzichtig naar Bas en duwt tegen zijn schouder. ‘Bas, we moeten een plan bedenken.’
Er klinkt een knorrend geluid en met een ruk komt Herman overeind. Marieke gaat met een stalen gezicht bij het vuur zitten en doet alsof er niets aan de hand is.





donderdag 18 oktober 2012

Sprong in het diepe (deel 4)


Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-1.html
Zie ook deel 2: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-2.html
Zie ook deel 3: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-3.html


Marieke en Bas kruipen nog dichter tegen elkaar aan. Bas kijkt opzij en ziet dat hun rugzakken net aan de rand van de zandwal zijn blijven liggen. Voorzichtig kruipt hij er naar toe om ze dichterbij te halen. Marieke drukt haar hand tegen haar mond en bijt op haar duim om niet te gaan gillen. De slepende stappen bonken in haar oren, luider en luider. Hijgend kijkt ze omhoog, haar ogen opengesperd van angst.
Er buigt zich iemand over haar heen, maar ze ziet alleen maar schaduwen. Bas duikt naar voren, een kluwen van armen en benen worstelt om haar heen. Een grauwend scherp geluid klinkt en alles is stil. Geen beweging. Geen geluid.
Marieke tast voorzichtig met haar vingers opzij en schrikt als ze ruwe stof tegen haar vingertoppen voelt. Ze hoort een kreun. Is dat Bas? Aan het geluid te horen is het inderdaad Bas die kreunt, hij leeft dus nog. Met een ruk staat de schaduw op, Bas met zich meetrekkend. Rillend blijft Marieke liggen. Ze durft zich niet te verroeren en geeft geen kik. Dan wordt ook zij aan haar jas omhoog getrokken. De schaduw is een forsgebouwde man, hij houdt Bas en Marieke beiden moeiteloos vast, alsof ze vederlicht zijn. De man draait zich om en sleept hen achter zich aan. Waar gaan ze naar toe? De bouwval, natuurlijk de oude steenfabriek.

Als ze bij het gebouw aankomen, zien Bas en Marieke een vage oranje gloed. Bas spartelt en probeert zich los te rukken, maar de man loopt bedaard verder naar de schoorsteen van de oude steenfabriek en duwt hen naar binnen. Ze bevinden zich in een hoge, kale ruimte, in het midden brandt een houtvuur. Oorverdovend geblaf weerkaatst tegen de ruwe, stenen wanden. De man gromt en de hond gaat bij het vuur liggen.

In het oranje licht kunnen Bas en Marieke eindelijk zien wie hen heeft overmeesterd.
Ze bestuderen zijn gezicht, een vierkante kop met een forse neus, als uit steen gehouwen. Grote, smerige handen. Alles aan hem is smerig. Zijn broekspijpen komen maar tot op zijn enkels en ook zijn versleten jas zit krap om zijn brede schouders. Hij barricadeert de deur, zodat ze niet kunnen ontsnappen. Zou hij wel kunnen praten? Aan zijn woeste uiterlijk te zien leeft hij hier al heel lang alleen, zich verschuilend voor alles en iedereen.

De man ploft neer en klopt met zijn handen naast zich op de grond. Krakend komt zijn stem tot leven.‘Kom zitten. Ik ben Herman.’ Marieke trekt haar neus op en probeert de zure walm die hij verspreidt te negeren. Elkaar stevig vasthoudend schuifelen Marieke en Bas langzaam naar de andere kant van het houtvuur, zodat ze zo ver mogelijk bij hem vandaan kunnen zitten. Met het vuur tussen hen in en Bas naast zich voelt Marieke zich eindelijk een beetje veiliger. Samen kunnen ze hem vast wel aan. Herman buigt opzij en haalt vanachter een hoop stenen een bijl tevoorschijn.


Sprong in het diepe (deel 3)


Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-1.html
Zie ook deel 2: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-2.html

Bas spurt achter Marieke aan. ‘Verdorie, wacht nou even, we zijn toch samen op pad?’ Marieke kijkt minachtend achterom en duikt nog dieper in haar kraag om de kou en Bas buiten te sluiten. Een paar stampende passen verder staat ze ineens stokstijf stil en kijkt met wijd geopende ogen naar de grond. Ze houdt haar adem, haar trillende rechterhand wijst naar beneden. Op de dichtbedekte bodem, tussen het zachte mos, liggen botten. Harde, puntige botten; zo goed als kaalgevreten met hier en daar nog een rafeltje vlees eraan. Een geraamte of een karkas? In het schemerachtig grijze licht kan ze het niet goed zien. Bas buigt voorover. ‘Stop,’ roept Marieke. ‘Niet aanraken.’

Beiden knielen neer en kijken stilzwijgend naar het kale tafereel wat voor hen ligt. ‘Het is te groot om van een mens te zijn,’ zegt Bas nadenkend. ‘Het moet het karkas van een beest zijn, dat is natuurlijk niet raar in een natuurgebied als dit.’
Een diepe rimpel verschijnt op het voorhoofd van Marieke. ‘Als dit grote ding een beest is, wie heeft het dan opgevreten, een nóg groter beest?’ Angst golft door haar lichaam en ze kijkt verschrikt omhoog. Haar spiedende ogen verkennen de donkere schaduwen om hen heen. Ze voelt speldenprikken in haar nek, alsof ze wordt bekeken door ogen. Donkere gemene ogen die hen in de gaten houden. ‘Er is hier iemand…of iets…,’ fluistert ze. ‘We worden bekeken.’
‘Stel je niet aan,’ zegt Bas met stoere, lage stem en komt overeind. ‘Niks te zien. Het wordt nu wel snel donker, dus ik denk dat we beter terug kunnen lopen naar het dorp.’

Een ijzingwekkende schreeuw galmt door de bouwvallige steenfabriek achter hen. Bas pakt Marieke vast, trekt haar overeind en duwt haar richting de struiken. Gebukt rennen ze samen naar rechts en verstoppen zich achter een zandwal. Marieke drukt zich zó plat op de grond, dat ze het zand in haar neus voelt kruipen. Ze knippert driftig met haar ogen om de korrels uit haar wimpers te slaan. Haar lippen openen zich om iets te zeggen, maar Bas duwt haar nog verder naar beneden. Stil luisterend liggen ze zij aan zij in het zand. De koude hand van Marieke zoekt Bas. Hij knijpt zachtjes in haar hand en laat haar niet los.

Slepende stappen komen dichterbij. Het geluid van een raspende ademhaling wordt steeds harder, gevolgd door een enorme brul.

woensdag 17 oktober 2012

Sprong in het diepe (deel 2)

Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-1.html

Zodra het pontje aan de overzijde van de Rijn is aangemeerd, springt Bas enthousiast aan wal. Met grote stappen loopt hij via het verharde pad de Rijndijk op en kijkt om zich heen. ‘Kom, ik wil zo snel mogelijk die toeristische drukte hier ontvluchten,’ merkt hij geërgerd op. Marieke kijkt beteuterd naar het terras met de vrolijke parasols, maar zegt niets. Ze weet dat Bas het liefst zo min mogelijk mensen om zich heen heeft. Inmiddels heeft Bas, de kaart in zijn hand, al ontdekt waar hij naar toe wil. Een vriendelijke, maar onverstaanbare, man bromt hem nog na vanaf zijn bankje, maar Bas is al op weg. Marieke volgt hem snel, terwijl ze bijna struikelt over de hond die de man aan de lijn heeft.

‘We volgen de dijk langs de scheepswerf, tot aan de splitsing van de Rijn in de Waal en het Pannerdensch kanaal, daarna gaan we het natuurgebied in,’ zegt Bas. Marieke heeft moeite hem bij te benen en vraagt buiten adem: ‘Waarom heb je zo’n haast, Bas?
We hebben vandaag al een hele etappe van het Pieterpad gelopen en morgen hebben we weer een etappe voor de boeg. Ik vind het prima om hier nog wat rond te kijken, maar voor mij hoeft dit niet meer.’

Bas loopt stug door. Hij heeft er nou eenmaal zijn zinnen op gezet om door de Millingerwaard te struinen en wat hij heeft voorgenomen, voert hij ook uit.
‘Als je straks de Koninkpaarden en de Galloways ziet, ben je blij dat we nog even door het natuurgebied zijn gewandeld,’ mompelt Bas.
‘Kijk, daar ligt Fort Pannerden,’ wijst hij. ‘Jammer dat we dat in deze tijd van het jaar niet kunnen bezichtigen.’ Nors kijkt Marieke naar rechts. Ze zwijgt en stopt haar handen diep in haar zakken. Het is koud geworden en donkere wolken pakken zich samen boven hun hoofd. Marieke haalt haar schouders op en duikt weg in haar kraag. Ze telt de stappen in gedachten en ziet niets meer van de mooie omgeving.
Ze hebben de verharde weg verlaten en lopen op een zandpad vol kuilen en stenen, dus ze moet goed opletten waar ze haar voeten neerzet. Bas heeft het tempo flink opgevoerd en loopt inmiddels twintig meter voor haar uit. ‘Gezellig samen op pad,’ fluistert Marieke cynisch en ze vertraagt haar passen met een verongelijkte blik op haar gezicht.

Plotseling botst Marieke tegen Bas aan. Hij tuurt op zijn topografische kaart. ‘Dit klopt niet,’ zegt hij. ‘We zouden al lang bij een splitsing moeten zijn.’ Marieke kijkt mee over zijn schouder, maar heeft geen idee waar hij naar kijkt en draait zich om.
‘Dat gebouw daar, staat dat op de kaart?’ Ze wijst naar een oud vervallen gebouw in de verte, vlak bij het water. Bas volgt haar uitgestoken vinger en kijkt vertwijfeld op de kaart.
‘Dat zou de oude steenfabriek moeten zijn,’ zegt hij. ‘Ik heb ergens gelezen dat hier vroeger een steenfabriek was waar dakpannen en bakstenen werden gemaakt, maar dat ding staat hier niet op.’ Marieke hoort hem al niet meer en loopt met grote stappen richting de bouwval.

Wordt vervolgd...
Zie deel 3: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-3.html






dinsdag 16 oktober 2012

Sprong in het diepe (deel 1)

Het lijkt of er een bom is ontploft in de keuken. Marieke baant zich een weg tussen de her en der verspreide kleding, stapt voorzichtig over een paar wandelschoenen heen en ploft neer op een stoel. ‘Au,’ ze kijkt benauwd als ze ziet wat er in haar bil prikt. ‘Het kompas, dat leg je toch niet op een keukenstoel?’.
Bas zit gebogen over een topografische kaart en krabbelt aantekeningen in de kantlijn van zijn boekje. Aan zijn ingespannen, turende blik is te zien dat hij helemaal niets heeft gehoord of gezien. ‘Bas,’ zegt ze dwingend. Verdwaasd kijkt hij op. ‘Oh, ben je er al?’
Ze zucht en kijkt hem verbolgen aan. ‘Je zou de rugzakken toch al inpakken?’

Bas kijkt verbaasd op zijn horloge en ziet dat hij minstens twee uur boven de kaart heeft gehangen. ‘Ik twijfel tussen etappe 16, 17, 18 en 19,’ zegt hij. ‘Ik weet dat we het Pieterpad in de juiste volgorde zouden lopen, maar ik ben aan het puzzelen hoe we dat het best kunnen indelen met het aantal kilometers per dag.’ Marieke zegt niets, maar haar angstige blik is veelzeggend. Hij weet dat Marieke het maar niets vindt om van de voorgenomen planning af te wijken. Marieke houdt van structuur en weet het liefst welke stap ze wanneer moet zetten. Zij is ook degene die elke etappe in volgorde wil lopen, beginnen bij 1 en eindigen bij 26. Precies die volgorde; ze mogen niets overslaan en vooral niet de etappes in omgekeerde volgorde lopen. Zo staat het in het boekje, dus zo hoort het ook. Hij zou het liefst af en toe van het gebaande pad afwijken; juist daar liggen de mooiste plekjes verborgen. Misschien is die tegenstelling tussen ons wel het geheim van onze relatie, denkt hij, al vindt hij het regelmatig verdomd moeilijk om met haar dwangmatige planmatigheid om te gaan. Hij besluit dat ze gewoon maar bij etappe 16 moeten starten, dan kan hij onderweg nog altijd voorzichtig de gewijzigde planning ter sprake brengen.

De volgende ochtend staan ze vroeg op en reizen naar Braamt, het beginpunt van etappe 16. Bas heeft het complete plan al in zijn hoofd. De eerste dag stevig doorwandelen, zodat ze op tijd etappe 16 hebben afgerond en het laatste veerpont kunnen halen. Hij heeft een mooie B&B gevonden, vlak bij de dijk. De slaapplek is gereserveerd, dus ze hoeven daar vanavond alleen maar binnen te stappen.
De eigenaresse kookt graag en ze heeft zelfs aangeboden om vanavond een heerlijk verrassingsdiner voor hen klaar te zetten. Vanavond, onder het genot van een glas wijn, wil hij de rest van zijn plan aan Marieke vertellen. Hij hoopt maar dat ze, in die ontspannen sfeer, zijn voorstel niet kan weerstaan.

Bas en Marieke genieten van de mooie route en de mooie dag. Eerst het Bergherbos, dan de Eltenberg en later daalt de route af in het Rijndal. Ze lopen flink door en al halverwege de middag bereiken ze het eindpunt van vandaag, het veer Pannerden-Millingen aan de Rijn. Aan de oever van de Rijn, wachtend op het veerpont, kijkt Bas stiekem op zijn horloge. Het is nog vroeg, veel te vroeg om al naar de B&B te gaan, dus ze hebben tijd genoeg om nog even rond te struinen. Pas als ze op het pontje staan, met hun gezichten genietend naar de zon gericht, vertelt Bas over de struintocht die hij in gedachten heeft. Marieke kijkt bedenkelijk, maar geeft al snel toe. Ze weet immers dat hun slaapplek vlakbij is gereserveerd en dat ze morgen gewoon weer de volgende etappe van het Pieterpad zullen wandelen.


Wordt vervolgd...
Zie deel 2: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/10/sprong-in-het-diepe-deel-2.html




Horizon

Ik huppel verder
de horizon
bracht mij
mijn lief



















 

vrijdag 12 oktober 2012

12-10-2002


Elke dag loop ik voorbij, meestal zonder je ècht te zien.
Jouw foto, boven op de kast.
Papa.
Precies 10 jaar geleden overleed je aan een hartstilstand.
In mijn gedachten blijf je eeuwig 60.
Vandaag sta ik even stil. Bij jou.




donderdag 11 oktober 2012

Zelfbescherming


Als je huid zo dun is dat een
kleine tik voelt
als een harde slag

als een ander
denkt te weten
wat jij moet en mag

kruip dan in een roomwit doosje
doe het deksel dicht
nestel je in kussens
zachte watten, witte wolken
laat alleen de liefde toe
de warmte en het licht.

 

 
Bron:
Aandacht - Pink Ribbon Magazine 2012
Uit: Scherven – Saskia Splinter





Wat het is


Het is onzin
zegt het verstand
Het is wat het is
zegt de liefde

Het is ongeluk
zegt de berekening
Het is alleen maar verdriet
zegt de angst
Het is uitzichtloos
zegt het inzicht
Het is wat het
zegt de liefde

Het is belachelijk
zegt de trots
Het is lichtzinnigheid
zegt de voorzichtigheid
Het is onmogelijk
zegt de ervaring
Het is wat het is
zegt de liefde



Bron:
Aandacht - Pink Ribbon Magazine 2012
Uit: De dode dichters almanak - Hans Keller



Kom eens bij me zitten


Lieve schat, kom eens bij me zitten.
Fijn. Ja, zoiets vragen doe ik liever niet. Maar ik vind het fijn als je dichtbij me bent.
Je kent mijn verhaal. Jij als geen ander. Jij draagt mijn verhaal ook met je mee.
Misschien wel meer dan ik. Elke ochtend, elke avond, elke dag. Ik zie dat.

Van alles wat je bent, vind ik het nog het fijnst dát je er bent.

Hoe je er ook bent: je bent er. Al ben je er half, afwezig, en op jezelf. Wat bozig misschien. Je bent er! Ik kan je niet vertellen hoe belangrijk dat voor me is, nu.

Laat me je even vasthouden. Laat me je kussen.
Zet de tijd stil en laat me je koesteren.

Je lieve hoofd, je zachte huid. Je mooie ogen. De ogen waar ik zo gek op ben.
Ik zie je. Ik zie je helemaal. Wat ben je toch mooi. Ik vind je mooi.

Hier met jou zijn maakt me gelukkig. Het is alles wat ik vraag. Ik vind het goed.
Zoals het is, is het goed genoeg.

Kijk nog eens naar me. Vertel me wat je ziet. Praat tegen me.
Blijf nog even. Ik vind het fijn met jou.




Bron:
Aandacht - Pink Ribbon Magazine 2012
Tom Beek en Norman Thomas





woensdag 10 oktober 2012

10-10-2007

Las je mijn allereerste verhaal 'Terugkerende ontmoeting' al eens?
Omdat het vandaag 5 jaar is geleden dat ze overleed, na een strijd van 10 jaar tegen borstkanker, plaats ik vandaag de link:

http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/05/terugkerende-ontmoeting.html



vrijdag 5 oktober 2012

Achter glas


Mooie vlinder
Rust even uit
Op mijn raam

De wind blies je terug
Naar ons
Blijf je hier

Ik kijk naar jou
Mooie vlinder
Van ver.




dinsdag 2 oktober 2012

Ik verzin wel eens wat...verhaal over het verhaal


Zoals jullie zien, schrijf ik steeds vaker fictieve verhalen.
Er verschijnen nu minder, maar langere stukken op deze blog.
Ieder verhaal bouw ik op in delen: na elke rij sterretjes (*) volgt een vervolg.
Regelmatig voeg ik een deel aan het verhaal toe, totdat het helemaal af is.
Houden jullie zelf in de gaten of ik weer een vervolg heb geschreven?
Dan houd ik jullie in spanning, keer op keer…