maandag 3 september 2012

Opgesloten (deel 2)


Zie ook deel 1: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/08/opgesloten.html

 
Zittend op de bovenste tree van de keldertrap knijpt hij zichzelf in zijn bovenarm. Ben ik wakker of slaap ik nog?, denkt hij benauwd. Au. 'Verdorie, ik ben dus echt wakker', prevelt hij zacht voor zich uit.
Hij vraagt zichzelf af hoe hij in vredesnaam in de kelder terecht is gekomen en vooral waarom. Hij wil er nu niet over nadenken, het antwoord ligt te diep weggestopt in zijn geheugen.

Langzaam strekt hij zijn benen en stapt over de drempel van de kelder de gang in. Zijn vrouw kijkt hem aan met samengeknepen lippen. Gelukkig zegt ze niets, heel even in elk geval, maar hij weet dat hij haar hierover uitleg zal moeten geven. Zijn gedachten dwalen af, maar hij dwingt zichzelf direct om terug te keren naar de vreemde situatie. Hij moet er nu bijblijven om normaal te kunnen functioneren, straks heeft hij tijd om na te denken. Bijna verlangend denkt hij terug aan de eenzaamheid in de kelder.

Zijn vrouw zit aan de keukentafel en kijkt hem fronsend aan.
'Ik snap het niet', zegt hij, 'ik werd wakker in het donker op een koude vloer en wist totaal niet waar ik was.' Stamelend vertelt hij haar over zijn zoektocht langs de muur van de kelder, totdat hij bij de trap was aangekomen en zij de deur opende.
Ze zwijgt. Zijn vrouw, die altijd het hoogste woord heeft, zwijgt.
Vol afschuw kijkt ze naar hem. Haar zwijgende blik doet hem meer pijn dan alle verwijtende woorden die ze hem ooit heeft toegeschreeuwd.
Ze staat op en loopt de deur uit, zonder omkijken. Hij weet wat ze gaat doen.

Met zijn hoofd in zijn handen zit hij lange tijd aan de keukentafel. Langzaam druppelen zijn tranen op het houten blad. Hij verwijt zichzelf dat hij in paniek is geraakt in de kelder en dat hij er niet is uitgeslopen voordat zijn vrouw het merkte. Het gevoel opgesloten te zijn heeft  rauwe, nooit geheelde, wonden opengehaald. Uren heeft hij er gezeten, in de kast, lang geleden. Telkens als zijn moeder boos op hem was, sleurde ze hem aan zijn arm die donkere kast in. In het begin heeft hij geschreeuwd en zijn vuisten op de deur kapot geslagen. Later wist hij dat hij beter rustig in het donker kon blijven zitten totdat haar bui was overgewaaid. Op een gegeven moment zag hij haar buien aankomen en sloot hij zichzelf automatisch op. De kast was niet meer nodig. Hij zat opgesloten in zichzelf en niemand kon erbij, ook de witte jassen niet.

Hij hoort de achterdeur open gaan. Zijn vrouw komt binnen en loopt direct door naar boven. Kastdeuren klepperen open en dicht. Gestommel van dingen die verschoven worden. Hij luistert en weet wat er gaat gebeuren. Met een koffer in haar hand komt ze langzaam de trap af. Stilzwijgend geeft ze de koffer aan hem.

Langzaam loopt hij achter haar aan naar buiten. Zijn vrouw opent de kofferbak van de auto, hij wringt de koffer er in, net voor ze het deksel met een klap weer laat vallen. Ze opent het portier aan de passagierskant en laat hem instappen.
Ze brengt hem weg. Hij wordt weer opgesloten.


Wordt vervolgd...
Zie deel 3: http://rijnmeermin.blogspot.nl/2012/09/opgesloten-deel-3.html






5 opmerkingen:

  1. Ach, wat een ontzettend triest einde.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. O het gaat nog verder.
    Mooi verhaal!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. tjonge wat een triest verhaal maar beregoed geschreven!komt er nog een vervolg?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Bedankt voor jullie complimenten! Inmiddels heb ik ook een vervolg (deel 3) geschreven. Wie weet volgt er nog meer...

    BeantwoordenVerwijderen