donderdag 31 mei 2012

Speurtocht

Er loopt een spoor door onze tuin. De eerste keer dat ik het zag, heb ik het verbaasd gevolgd.
Een uitgesleten pad in zand en gras, zigzaggend door de hele tuin.

Als je het spoor volgt, loop je achter heggen en stellages door. Daarna richting het hek en vervolgens over een heuveltje en weer terug naar het huis. Sommige plekken kon ik zelfs niet bereiken zonder kleerscheuren.

Een route die dagelijks meerdere malen gelopen wordt. Mijn twee eigenwijze beagles. Zodra ze buiten zijn, volgt allereerst de vaste route. Speurend met hun neus. Daarna hebben ze vrij spel. Inspecteur Beagle. Aangenaam.









Morgen

Ik heb een hekel aan onzekerheden. Het liefst stippel ik alles uit. Niet weten wat er gaat komen en dus niet weten of en hoe ik daar zelf invloed op kan uitoefenen, vind ik lastig.

Bewondering heb ik voor mensen die kunnen leven bij de dag. Die gewoon zien wat er op hun pad komt en dat nemen zoals het is.

Meer dan eens heb ik ervaren dat je je leven niet kunt uitstippelen. Dat als je denkt te weten hoe je leven er uit ziet, alles ineens op zijn kop wordt gezet. Grondig op zijn kop wordt gezet. Alles kwam weer goed. Elke keer weer. Niet met gemak, maar met strijdbaarheid en veerkracht. Veel geleerd, maar nog niet alles. Die behoefte om te weten, te sturen, vast te houden blijft.

Loslaten is een kunst. Omdat morgen alles anders kan zijn.




dinsdag 29 mei 2012

Droomtuin

Wij hebben een heerlijke tuin om in te struinen. In elk hoekje zie ik iets anders, iedere dag weer. Wandelend in de tuin ben ik bijna altijd in het gezelschap van onze 2 beagles. 
Samen op ontdekkingsreis.

Mijn eigenwijze donderstenen staan klaar zodra ik een emmer of mand pak. Aardbeien, tomaten, bessen of frambozen plukken is een feest. Soms eet ik meer op dan dat er in mijn mand terecht komt. De beagles blijven in de buurt en kijken met hun koppie schuin toe of er heel toevallig iets op de grond valt. Natuurlijk.
In het najaar rapen we hazelnoten en walnoten. Terwijl ik raap, kraken de beagles de noten met hun tanden. Ze helpen mee, maar mijn emmer komt nooit vol. Intens genieten - deze geluksmomenten.

Op warme dagen zitten we samen onder de appelboom. Fijn, tussen zon en schaduw. Luisterend naar de vogels. Mijmerend in de tuin zie ik bomen, bloemen, planten en de lucht.
Een vlinder strijkt neer op mijn arm. Je bent er weer even bij.








Hinkstapsprong

stap vooruit
twee terug
drie vooruit
een terug
hinkstapsprong van het leven
wat laat ik achter
waar ga ik naar toe

spring...





Stenen

ogen dicht
glijd zacht
in mijn stille water
volg
vloeiende lijnen
spoor van liefde
tik de stenen aan
tel mijn dromen



zondag 27 mei 2012

Jij

denkend aan jou
zit op mijn riviersteen
glinsterend water
oog glijdt
traan om jou

denkend aan jou
wacht op streling
zinderend genoegen
hand voelt
lief van jou

denkend aan jou
fluister jouw naam
dromend verlangen
mond kust
hou van jou

zaterdag 26 mei 2012

Leeg

wit vel
dikke streep
potloodlijnen
gestippeld
leegte wordt gevuld
duidelijke contouren ontbreken
nog
tekening
mooi
toekomstig verhaal


Verhalen

Binnen 15 minuten krijg ik vaak de rode draad al te horen.
Wildvreemde mensen. Zomaar in een onverwachte ontmoeting.
Eenvoudig praatje wordt levensverhaal.

Ik stel een vraag. Knik. Hum. Lach. Ach.
Meer niet.
Wat hebben ze veel te vertellen.
Luistert er ooit iemand wel echt?

Mooi zijn ze, deze ontmoetingen.
Bijzondere mensen. Overal.
Ik neem ze mee. De verhalen.
Soms ontmoet ik ze nog.





Puzzel

puzzelstukjes van mijn leven
passen steeds meer in elkaar
voorbeeld niet nodig
het plaatje gevormd
in mijn hoofd
ligt voor mij

een paar stukjes ontbreken
zullen altijd open blijven
omgekrulde delen
gladgestreken
nog niet kompleet
nooit




Pad

als je verder loopt
vind je daar de liefde
linksaf, rechtsaf, achter de horizon
rennen heeft geen zin
hij komt pas tevoorschijn als hij dat wil
juist daar waar je het niet verwacht
onverwachte momenten in je leven
volg het pad


dinsdag 22 mei 2012

Zussen

twee kleine meisjes
schrijven hun eeuwige zussenliefde
in het zand
onuitwisbaar mooi
strand verlaten

Dromen

in mijn dromen
zag ik jou
werkelijk
mooier
dan gedacht
dromende werkelijkheid

Antwoord

antwoord verborgen
onder het water
vragen wachtend aan de kant
sprong in het diepe
te ver
wat komt bovendrijven

En toen..

De beslissing is genomen. Terugkeren kan niet meer.
Mijn hart wil niet anders. Ook al zegt mijn hoofd nog nee.
Opluchting is er niet. De druk van het niet weten neemt toe.
Realisme en dromen.
En toen....

Dans

momenten zonder einde
achteloos in de hoek gezet
vergeten waarde zonder doel
ronddolend in de leegte
van een wereld zonder glans
zoekend naar het open einde
dans naar de zon

maandag 21 mei 2012

Alles

jouw hart verwarmt mij
verdrijft de koude met liefde
tranen verplaatsen de onmacht
en vervangen het voor kracht
jij
geeft mij
alles

Verder

mistige ogen
staren naar buiten
glans verloren
zonder te zien

verlangen naar verder
meer zonder alles
kijkend van boven
achterlaten

sleutel van onmacht
vergeten verlangen
ontketen de liefde
van het zijn

Vlinder

verstrikt in mijn zelfgesponnen web
zonnestralen dalen op mij neer
een uitgestoken hand
veelkleurige vlinder wijst mij de weg
ik knoop mijn vleugels om
morgen vlieg ik uit



donderdag 17 mei 2012

Huis vol herinneringen

Ik kan nooit zomaar opruimen zonder stil te staan. Opruimwoede ken ik niet.
Midden in een verhuizing gooi ik vanalles weg. Dure dingen, voor mij waardeloos.
De mooie, kleine verzamelingen belanden in een doos.
Een doosje vol liefde. Handgeschreven brieven. Kaarten. Gedichten.
Cassettebandje met de stem van mijn oma.
Foto's, zwart-wit, vergeeld, vervlogen en verguisd.
Knipsels, briefjes en boeken.
Verhalen overal. Soms kom ik ze weer tegen.
Tegenwoordig zijn het niet alleen mijn herinneringen.
Horen er ook twee andere levens bij.
Minuten - soms uren - later vind ik mezelf terug.
Zittend op de grond met alles om mij heen.
Een glimlach op mijn gezicht of tranen in mijn ogen.
Opruimmijmeringen.
Huis vol herinneringen. Is mij zo lief.

woensdag 16 mei 2012

Warmte


Jouw lach. Straalt.  Recht in mijn hart.
Verwart. Verwarmt. Verlicht.
Wat ben je mooi.

dinsdag 15 mei 2012

Weerspiegeling


In glooiende gewelven schuilt een massief verleden. Verbrokkeld door de tijd. Geheeld in zachte stukken klei. Vormen van verlangen. Gebroken dromen spatten uiteen in schitterende scherven. Weerspiegeling van later.

Drijfzand. Donkere poelen water. Ik grijp mijzelf vast. Aan gedachten zonder einde. Gedachten spoelen weg. Als voetstappen op het strand. Cirkels van sprongen.

Weggevaagde lijnen van wat was en wat is. Contouren van de toekomst onzichtbaar. Het verlangen blijft. Verdriet sijpelt weg. Door mijn handen, uit mijn hoofd, uit mijn lijf. Grenzen vervagen. Gevuld door leegte. Vervuld met liefde.

Uitgesleten en verguisde paden - plots overschaduwd door een zonovergoten baan naar de horizon. Een lint van schitteringen doorklieft het land. Rivier in duizend facetten voert ons weg van het verleden.

Kralen van herinneringen aaneengeregen tot een ketting van tijd. Verbonden schakels. Vervaagd verleden. Gekleurde toekomst. De rivier volgt vloeiende lijnen. Mijn hart volgt. De horizon ligt om de hoek.

Drijvend in mijn stille water. De stroming voert me weg van hier. Mijmerend kijk ik naar de weerspiegeling van mijn gezicht in het water. Rimpels van golven vertroebelen mijn blik. De tijd verdrijft. Regendruppels op mijn gezicht. Wolken drijven uiteen. De maan kijkt toe. Het wordt stil in mij.

Het water glinstert in het maanlicht. Ik fluister jouw naam. Samen zwemmen we in donkere stromen. Tot het licht wordt.

Verdwaald in een regen van mistige zonnestralen dwarrel jij als damp omhoog naar de hemel. Zonnige dromen voorbij de wolken. Volgen kan niet. De gebroken scherven van jouw leven koesteren wij. Gelijmde stukken tot een samengesmolten hart.


 

Zand

Zand verzameld in de zoom van mijn broek.
Brengt me terug.
Naar het water. De zon. Het strand.
Herinneringen.
Los zand.
Samengeklonterd geluk.




Dubbel

Als jij er was. Was ik er niet.
Dubbel.
Voor altijd. In ons Hart. Hoofd. Huis.
Thuisgekomen. Welkom.



Tijd

Onvoltooid verleden tijd.
Loopt dagelijks met ons mee.
Alle tijd.
Altijd.

Terugkerende ontmoeting

Eigenlijk ken ik je al heel lang. We hebben elkaar maar één keer gezien. Althans, ik zag jou, maar ik weet niet of jij mij ook zag. Het was op de begrafenis van je moeder.
Nu ben je bijna elke dag bij me. In mijn hoofd, hart en soms om me heen.
Eigenlijk heb ik je twee keer gezien. Maar de tweede keer zag jij mij niet. Dat denk ik niet, tenminste niet op de manier dat we elkaar normaal zien. Het was op de avond voor jouw begrafenis.

Het begon bijna 17 jaar geleden. Dolgelukkig kwam ik na mijn huwelijksreis weer op het werk. Terwijl ik op reis was, was jouw broer op mijn afdeling komen werken.
In het begin vond ik ’t een beetje een rare vogel. Liep daar een beetje relaxed rond te banjeren, vond zichzelf nogal populair. Ik kon er niet veel mee, met dat zogenaamde relaxte gedrag.
Na een tijd leerde ik hem beter kennen. Waren het weken of maanden? Ik herinner me dat niet meer; ik vloog toen tenslotte nog op roze wolkjes. Af en toe kletsten we wat en door de jaren heen ontstond een vriendschap.

Toen al hoorde ik soms wat van jou. Al vertelde je broer niet veel over zijn familie, jouw verhaal kwam wel boven drijven. Zo ging het jaren door. De vriendschap werd hechter, vooral toen ik na mijn scheiding -na een relatie van 19 jaar- mijn leven weer alleen moest oppakken. En altijd was jij ergens op de achtergrond in verhalen. Dat het niet goed ging met jou.
Dat de kanker kwam, ging en weer terug kwam. Hoe je er mee omging of niet mee omging. Ik kreeg een beeld van de familie, van jou, van je man. Hoe ieder op zijn of haar manier het leven leidde.

Losse flarden, door de jaren heen. Alle details herinner ik me niet meer. Beelden van verdriet, verwarring, verbazing. Of jij toen ooit iets over mij hoorde? Geen idee.
Ik voelde me verbonden en betrokken, maar dan wel op afstand.
Het verdriet van een ander via een ander horen. Jouw verhaal kruiste af en toe het mijne. Maar het bleef altijd bij verhalen. Jouw broer leeft immers twee levens: één met zijn familie en één met zijn vrienden.
Nu schrijf ik jouw verhaal en mijn verhaal. Kijk je met een glimlach mee en denk je terug aan het boek wat je zelf ooit begon?

Ook na jouw begrafenis hoorde ik de verhalen. De worsteling om het te begrijpen. De verschillen in beleving, hoe iedereen probeerde het leven zonder jou weer vorm te geven. Op afstand volgde ik het verwerken van het verdriet om jou.

Tot die avond. Dat ik jouw man ontmoette op de verjaardag van jouw broer.
Onze blikken kruisten elkaar. En weer. En weer.
Ik stapte in zijn leven en daarmee ook in het jouwe.
De eerste keer in jullie huis vocht je ertegen. Je kneep mijn keel dicht en maakte mij aan het huilen. Mocht ik daar wel zijn?

Later gaf je mij de ruimte. Gaf je ons ruimte. Kon ik een plek krijgen in zijn hart. Jij in het mijne. Nu ben je elke dag bij ons.
In duizend-en-een dingen kom ik je tegen. Je reist met ons mee. We vinden het fijn dat je er bent. Je hoort bij ons, voor altijd.